De Zanglijster (Turdus philomelos)

Zanglijster - Vogelwacht Uden e.o.
Familie De zanglijster heeft veel familie hier in Nederland. De bekenste is natuurlijk de Merel (Turdus merula), maar ook de Grote Lijster (Turdus viscivorus), de Koperwiek (Turdus iliacus), de Kramsvogel (Turdus pilaris) en de doortrekkende Beflijster (Turdus torquatus) zijn familie van de zanglijster.
Kenmerken Het mannetje en het vrouwtje zien er allebei hetzelfde uit. Een lichtbruine bovenkant en een roomwitte buik vol met spikkels. De poten en de onderkant van de vleugels (bij zijn 'oksels') zijn lichtoranje.
Eten Het favourite kostje van de zanglijster is slak. En dan vooral huisjesslakken. Hij zoekt ze op en slaat ze dan vervolgens net zo lang tegen een steen totdat het huisje kapot is. Meestal gebruikt hij hier een vaste steen voor; de lijstersmidse.
Behalve slakken eet de zanglijster ook insecten en in de winter en in het najaar fruit en bessen.
Geluid De zang van de zanglijster (hoe komt hij toch aan de naam) is heel gevarieërd en heel melodieus. Echt moeilijk is hij echter niet te herkennen, want bijna altijd wordt elk stukje van zijn zang 3 keer herhaald.
Details
Turdus philomelos Spanwijdte: - cm
Nederlands Zanglijster Lengte: 23 cm
Engels Song Thrush Gewicht: 70 g
Frans Grive musicienne Aantal: 120.000 tot 160.000 broedparen (1985)
Duits Singdrossel Periode: hele jaar
Nest De zanglijster maakt een nest met daarin 3 tot 6 knalblauwe eieren. Hij broedt die vervolgens in 11 à 13 dagen uit.
Gedrag De zanglijster is een standvogel in Nederland, behalve in strenge winters. Dan gaat de zanglijster toch een warmer plekje opzoeken.
Versie 2.2 © Niets van deze site mag letterlijk, zonder toestemming van de auteur, worden gebruikt of verspreid worden. Dit geldt ook voor de afbeeldingen.