Familie |
De zanglijster heeft veel familie hier in Nederland. De bekenste is natuurlijk de
Merel (Turdus merula),
maar ook de Grote Lijster (Turdus viscivorus), de Koperwiek (Turdus iliacus), de Kramsvogel (Turdus pilaris)
en de doortrekkende Beflijster (Turdus torquatus) zijn familie van de zanglijster.
|
Kenmerken |
Het mannetje en het vrouwtje zien er allebei hetzelfde uit. Een lichtbruine bovenkant
en een roomwitte buik vol met spikkels. De poten en de onderkant van de vleugels (bij
zijn 'oksels') zijn lichtoranje.
|
Eten |
Het favourite kostje van de zanglijster is slak. En dan vooral huisjesslakken.
Hij zoekt ze op en slaat ze dan vervolgens net zo lang tegen een steen totdat het
huisje kapot is. Meestal gebruikt hij hier een vaste steen voor; de lijstersmidse.
Behalve slakken eet de zanglijster ook insecten en in de winter en in het najaar
fruit en bessen.
|
Geluid |
De zang van de zanglijster (hoe komt hij toch aan de naam) is heel gevarieërd en
heel melodieus. Echt moeilijk is hij echter niet te herkennen, want bijna altijd wordt
elk stukje van zijn zang 3 keer herhaald.
|